Het buitenleven in Nederland: blijvende trend

Of het sinds de coronacrisis zo is dat we meer buiten vertoeven, of dat deze trend al eerder aan de gang was, is moeilijk te achterhalen. Of misschien is het besef ingedaald dat het bezit van ook maar het kleinste buitenplaatsje absolute rijkdom is, in deze tijd van door het plafond schietende huizenprijzen. In ieder geval brengen Nederlanders meer tijd door in de open lucht. Dat uit zich op diverse manieren. 

Ook in december lekker buiten

Waar de horeca al jaren gewend zijn om hun terrasmeubels het hele jaar door uit te zetten, doen mensen dat nu ook op hun eigen stukje grond, dakterras of balkon. Ze koesteren dit bezit en zetten er bijvoorbeeld een smaakvol 6 persoons tuinset neer om het zichzelf gemakkelijk te maken. Niet alleen in de lente en zomer, maar ook in pakweg december. Het is dan guur, maar een dekentje, een winterse hete consumptie en een eventuele duurzame terrasverwarmer maken het buiten-samenzijn behaaglijk. 

Wandelen omdat het weer mag

“You don’t know what you’ve got ‘till it’s gone”, is een veelgehoorde uitdrukking. Daar kwamen we achter tijdens de eerste lockdowns, toen zelfs een simpel wandelingetje in de avond niet mogelijk was. Toen de maatregelen versoepeld werden, is het wandelen, fietsen en ook vogels spotten toegenomen. Er wordt als het ware quality time met de buitenlucht ingehaald. En sinds de term ‘milieuvriendelijk’ is ingeruild voor het algemenere ‘duurzaam’, is men meer (maar niet meer dan ooit) gaan beseffen hoe waardevol de natuur is. En hoe boeiend, zodra ze een planten- of dierenherkenningsapp installeren. 

Tuinieren

Diezelfde coronacrisis, alsmede de overspannen huizenmarkt, hebben ons onze huidige tuin ingeduwd. Waar anderen wachten op een eengezinswoning met een tuin, zijn het de huizenbezitters die beseffen dat hun huis en tuin gekoesterd moeten worden. En als we tijdens de lockdowns ergens wél buiten mochten zijn, was het in de eigen tuin. Twee oorzaken die ons ertoe aangezet hebben om er een mooiere, sfeervollere plek van te maken. De tuincentra kregen het drukker. Moestuinen - weer die duurzaamheid - zijn eerder regel dan uitzondering geworden. 

Overkappingen en tuinkantoren

Kijk naar een willekeurig woon- of verhuisprogramma en de overkappingen en tuinkantoren vliegen over het scherm. Die laatste worden in eerste instantie ingericht om apart van het huishouden te kunnen thuiswerken, maar ook omdat het heel sfeervol is om met zicht op de coniferen en het kippenhok aan een presentatie te werken. Daarom staan de schuifdeuren doorgaans vaker open dan nodig - voor meer contact met de natuur. Onder overkappingen wordt jaarrond gezeten alsof het een outdoor huiskamer is. Dit soort bouwwerken, alsmede buitenkeukens, schieten als paddenstoelen uit de grond. 

Overgewaaid uit buitenland

We worden ook geïnspireerd door beelden uit andere landen, waar buitenleven de norm is. Vanzelfsprekend zijn mensen in Portugal veel vaker buiten dan binnen. Maar ook in het overwegend koudere Scandinavië wordt het kinderen met de paplepel ingegoten dat buiten spelen gezond is. “Geef hier die iPad, ga naar buiten, lekker voetballen!” Het heeft er zelfs een zelfstandig naamwoord: Frilufstliv, de liefde voor frisse (of ‘vrije’?) lucht. Als dat in pakweg Lapland kan, kan het in Nederland zeker, zo zijn we gaan beseffen. Het is alleen een kwestie van je goed aankleden.

Deze redactionele bijdrage valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.