Afbeelding
Foto:

Geschiedenis van Hengelo

Uitgave april Hengelo
toen & nu

HENGELO - In het aprilnummer schrijft Gerda Nater het tweede deel uit een serie van drie artikelen over feminisme en vrouwenhulpverlening in Nederland en Hengelo. Deze keer beschrijft zij De Beuk, in de periode van 1982 tot 2002. De Hengelose Stichting De Beuk werd op 1 juli 1982 officieel geopend. Dit was het eerste initiatief in Overijssel voor een centrum voor vrouwenhulpverlening. Uniek was de vernieuwende ‘fysieke’ aanpak om cliënten te stimuleren zich te uiten en hiermee hun autonomie en probleemoplossend vermogen te vergroten.


Een ander artikel gaat over de onlangs ingerichte tienerkamer in het museum. Bij binnenkomst kun je je verplaatsen naar 1969. Wij gaan er vanuit dat in de kamer een 15-jarige jongen heeft gewoond. Tijdens uw bezoek aan de kamer is hij op Tienertoer, ooit in 1969 door de NS bedacht en meteen populair. Door de afwezigheid van de jongen kunt u even rondsnuffelen en de sfeer proeven uit die tijd. De jongen bewaarde bijna alles, ook al omdat hij redacteur was van de schoolkrant ‘Spuit 11’ van de HBS-Bataafse Kamp.


Marinus van Rooij schrijft deze keer over de destijds lang verwachte bevrijding van Hengelo in de laatste dagen van maart 1945. De opmars van de bevrijders werd in Hengelo nauwgezet gevolgd. Via kaarten en berichten van de heimelijke radio wisten de inwoners dat het na vijf jaar onderdrukking bijna zover zou zijn. Maar, waar blijven ze nu?, vroeg men zich op veel plaatsen af. Toch werd al snel de Nederlandse driekleur van de zolder gehaald om buiten te hangen.


René Domburg heeft een prachtige tekening gemaakt die laat zien hoe groot de gaten waren die de bombardementen sloegen in de binnenstad. Sjoerd van der Meulen schrijft daarover in zijn artikel  ‘Hengelo likt zijn wonden na de bombardementen’. Hoewel in de Tweede Wereldoorlog niet echt slag is geleverd om Hengelo was de plaatst zwaar gehavend toen in april 1945 de bevrijders kwamen. Met een belangrijk spoorwegknooppunt en fabrieken die voor de Duitse oorlogsindustrie werkten, was Hengelo regelmatig het doelwit van bombardementen. Wie de tekening goed bekijkt, ziet dat in het centrum een paar straten, zoals de Brinkstraat, er redelijk ongeschonden van af waren gekomen. Dat we van die panden niets meer terug kunnen vinden, komt doordat het gemeentebestuur van Hengelo de wederopbouw, op basis van een strak stratenplan, voortvarend ter hand heeft genomen. Daarbij moest ook ruimte komen voor een groot Marktplein.  


Wil Zwienenberg gaat in gesprek met Gerard van Hoogoed over de Erkende Pontschool Van Hoogmoed-Rouwen. Het is het slot een een serie over bedrijvigheid in de twintigste eeuw aan de Kerkstraat.


De Wetstraat, een ouderwetse straat met winkels, staat centraal in het artikel ‘De straat waarin wij wonen’ van Jos Schwertasek.


En de geschiedenis van het erf Wesroolf, een van de erven in Klein Driene, wordt beschreven door Gerrit Welberg.


Verder in het aprilnummer de rubrieken ‘Lezers reageren’ en ‘Wie, wat, waar, wanneer?’.


Hengelo toen&nu verschijnt zesmaal per jaar en is te koop aan de balie van Museum Hengelo aan de Beekstraat 51 en bij The Read Shop aan de Markt 2. Prijs € 4,50.


Gerrit ter Welle