Afbeelding
Foto:

Gedichten van Annie Makkink

In Los Hoes schrijft kinderboekenschrijfster Annie Makkink over taal, tekens en Tukkers, op alfabet. Annie Makkink (80) won ooit de Grouden Griffel voor haar boek Helden op sokken. In de eerste aflevering 'Het begin' en daarna de letter a en die gaat uiteraard over Almelo! Haar kleindochter maakte de tekeningen.


Het begin

In het begin was de wereld woest en leeg.

Alles was bedekt met sneeuw en ijs.

Nergens bewoog iets.

Alles stond stil.

Ook de tijd

Maar …

Diep in het binnenste van de aarde

gloeide iets.

Heel voorzichtig.

Een eeuwigheid ging voorbij.

De lucht trilde.

Er kwam een vleugje warmte vrij.

Weer ging een eeuwigheid voorbij.

Een zacht gesteun.

Gedreun. Gekreun.

Het geluid werd sterker.

Nog een eeuwigheid.

Een enorme berg ijs maakte zich los.

Met krakend geweld.

Smeltwater stroomde over de aarde.

Zand en stenen werden meegenomen.

Langzaam kwam de ijsberg in beweging

hij schoof naar de lage landen.

Opeens veranderde hij van richting,

maakte een grote bocht naar links

en verdween spoorloos in de mist.

Het ijs was gebroken.

De tijd kon beginnen.

Het leven kwam op gang.

Langzaam maar zeker.

Bomen groeiden tot aan de hemel

en overal leefden dieren in het wild.

De eerste mensen kwamen.

Een vrouw met een koebeest,

een man met een kruiwagen.

Ze bouwden een hutje op de hei

voor zichzelf en voor de koe.

Boven hun hoofd vlogen vrije vogels.

Het waren tukkers.

Ze kwamen overal vandaan

en hadden veel te vertellen.

De man, de vrouw en de koe

luisterden naar de verhalen.

Ze werden er vrolijk van.

De mensen van de overkant schudden hun hoofd.

Wat een rare lui!

Wie gaat er nou op de hei wonen?

Het lijken wel tukkers.

De man en de vrouw haalden hun schouders op.

Ze trokken zich er niets van aan.

En de koe al helemaal niet.

Voor hen was tukker geen scheldwoord,

maar een erenaam.

De tijd stond niet meer stil.

Steeds kwamen er nieuwe bewoners.

Op zoek naar rust en ruimte.

Naar vrede en vrijheid.

En klein geluk.

Het werden allemaal tukkers.

Ieder had zijn eigen verhaal.

Ieder zong zijn eigen lied.

Het staat allemaal in dit boek.

Van A tot Zet en verder.

Wie ze leest wordt vanzelf een Tukker.

1. De ark van Anna                                                                a- appel                                                                                        

Anna heeft een ark gekregen,

alle dieren mogen mee.

Anna zet ze twee aan twee,

van de A tot aan de Zet.

Net als in het alfabet.                                                                                          anna

‘t Wordt een rij van hier tot ginder.

Voorop de aap, de atlasvlinder.

De zebra en de zwarte zwaan

komen allebei achteraan.

Anna heeft een ark gekregen.

Nu gaat ze naar Amsterdam.

Smeert voor elk een boterham.

Neemt een mand vol appels mee.

Maar de dieren roepen:

Nee !                                                                                                                                                                                                                                                                ark alfabet anna

Amsterdam? Waarom? Hoezo?

Wat is er mis met Almelo?

Hou toch op met dat gedoe!

Wij willen niet naar Artis toe!

Midden in de nacht,

bij het licht van de lantaren,

is Anna met haar ark

naar Albergen gevaren.

De dieren liggen op het dak.

Lekker lui, op hun gemak.

En zeggen kort maar krachtig:

’t Is hier onmeunig prachtig!

Afbeelding
Afbeelding