Afbeelding
Foto:

IJsel Centrale

Deel 44 - Deze keer een foto vanaf de Weideweg richting de Wegtersweg. De fotograaf fotografeerde de IJsel Centrale in 1950 op deze wijze. In 1950 was deze omgeving nog landelijk.
De IJsel Centrale lag dichtbij de spoorlijn Hengelo-Borne. Het gehele gebied achter de spoorlijn werd door Hengelo gezien als het landschap Woolde nauw verbonden met Twickel en Delden. Dat deze centrale voor stroomlevering van Hengelo en omgeving hier gebouwd werd in oktober 1920 was goed gezien. De kolenaanvoer van de spoorlijn met een hulplijntje naar de centrale was goedkoop en eenvoudig.
Eerst iets over de begintijd van de stroomlevering voor Hengelo. Voor 1900 bestond de verlichting in het woon- en werkgedeelte in Hengelo uit gasolie- en petroleumverlichting. Dat dit geen gezonde toestand was voor de luchtwegen mag duidelijk zijn. Op oude ansichtkaarten van Hengelo en omgeving kunt u zien dat op de plaats waar nu straatlantaarns staan, toen gaslantaarns stonden die op gezette tijden door een gaslantaarnopsteker aangestoken werden. Deze gaslantaarnopsteker was door de gemeente aangesteld. Die liep met zijn laddertje op zijn nek en voorzag Hengelo van licht in de hoofdstraten. Omstreeks 1900 was er een zekere Rento Hofstede Crull die begon met de ontwikkeling van elektrisch licht in Hengelo. Dit ging in het begin nogal moeizaam. Vanuit een bedrijf in Borne kwam hij naar Hengelo en vestigde zich in een pand aan de Bornsestraat onder de naam T.C.S. Twents Centraal Station. Jawel, de stroom moest door geheel Twente. Deze Rento Hofstede Crull had de Hengelose wind om zijn hoofd gevoeld, dus stroom niet alleen voor Hengelo maar voor geheel Twente.
Gestart dus aan de Bornsestraat in een gebouw wat nu op de monumentenlijst staat. Het gebouw waar het HEIM, Hengelo's Educatief Industriemuseum, zijn geboorteplek heeft gehad. Het HEIM vershuisde later naar de Wilhelminaschool aan de Industriestraat.
Wanneer u nu denkt dat alle Hengelose huishoudens direct een lichtpeertje in huis hadden, hebt u het mis. In het begin na 1900 was dit alleen weggelegd voor de beter gesitueerden. De rest van Hengelo deed het nog met gasverlichting. Het zal ongeveer 20 jaar geleden zijn dat bij de laatste binnenrestauratie van de St. Lambertusbasiliek dat ik aan een der wanden nog een oude gasleiding ontdekte.
In 1920 werd begonnen met de bouw van deze centrale aan de Wegtersweg. In 1921 werd de eerste houten koeltoren gebouwd en zo werd er telkenjare bijgebouw en uitgebreid. Ik stel u voor om naar de foto uit 1950 te kijken. Op de voorgrond grasland, wat bij de Hengeloërs bekend stond als de Hengelerweide. Om u te oriënteren moet u weten dat op dit stuk grasland nu ongeveer garage Noordegraaf gevestigd is. U ziet een groot schakelgebouw wat telkenjare uitgebreid werd in verband met de steeds toenemende vraag naar stroomlevering. Rechts een grote hoop kolen met daarboven een jacobsladder ter verplaatsing voor aan- en afvoer, een groot aantal pijpen voor de verwerking van allerlei soorten gas en stoom en een tweetal cementen koeltorens. Links bij de de cementen toren ziet u een houten koeltoren die stoom laat ontsnappen. Toen omstreeks 1988 de centrale moest verdwijnen, centrale Harculo had de stroomleveranties overgenomen, werd in Hengelo een discussie gevoerd om een toren als monument te laten staan, maar werd toch afgebroken.
De centrale werd op 6 oktober 1942 door een bom gebombardeerd.
De centrale heeft nog wel een rol gespeeld tijdens de bevrijding in 1945. U weet Hengelo is bevrijd 3 april 1945 op 29 maart 1945 ging het verhaal rond in Hengelo dat de terugtrekkende Duitse troepen de centrale in de lucht zouden laten vliegen. Dat kon de Binnenlandse Strijdkrachten niet laten gebeuren. Met een aantal jonge strijders trok men gewapend erheen. Bij een vuurgevecht met de Duitsers vielen doden. Een Duitse soldaat ontkwam en haalde versterking. Bij het volgende vuurgevecht bleken de Nederlandse strijders het onderspit te delven. Op de vlucht werd Theo van Loon bij de spoorbaan doodgeschoten. Voor geïnteresseerden kan ik wijzen op een boek gewijd aan Theo van Loon geschreven door Martin Meijerink dat te koop is bij het Historisch Museum. De plaats waar de centrale gestaan heeft is bebouwd met kleine industrie. Wat ons op deze plaats en andere plaatsen nog rest, zijn de verhalen en foto's.


Tot een volgende keer,
Marinus van Rooy