Afbeelding
Foto:

Nog steeds impasse voor demonstraties

HOF VAN TWENTE - De gemeente Hof van Twente zit wat in de maag met de Goorse demonstranten die sinds juli aandacht vragen om nieuwe woonwagenstandplaatsen te krijgen. Dit lijkt een kwestie van een lange adem te worden.

Net als veel andere gemeenten is ook de Hof bezig om de huisvesting voor deze specifieke groep goed te regelen, met passend beleid. Zomaar ergens woonwagens vestigen is immers ook niet wenselijk; zowel voor de gemeente als de rechten van de toekomstige bewoners.

Demonstraties
Sinds juli vraagt een huishouden door middel van demonstreren om een standplaats. Onder meer door een toercaravan, bestelwagen, auto en tent op diverse plekken in Goor te zetten. Dit is volgens hen een reactie op eerdere antwoorden door de gemeente en gemeenteraad, waaruit zij concluderen dat een standplaats nog wel even op zich laat wachten. De demonstratie heeft geleid tot veel vragen vanuit de samenleving. De gemeente bood hen aan om te demonstreren op een plek aan de Wheeweg, wat door hen afgewezen is.

Onderbouwing
Hoewel burgemeester Ellen Nauta benadrukt dat demonstreren een groot recht is, is demonstreren in een woonwijk niet wenselijk. Dit levert hoe dan ook onrust op. "De locatie aan de Wheeweg betreft geen woonwijk en de grond is van de gemeente. Voor een demonstratie is het een goede zichtplek. Helaas is nu ook dit aanbod afgeslagen. Uiteraard blijven we met de familie in gesprek, maar de mogelijkheden zijn nu uitgeput.” Eerder sloeg de familie een aanbod af om de demonstreren voor het gemeentehuis.

Bredere context
Naast deze familie zijn er nog acht huishoudens die een standplaats willen in Goor. De gemeente kan echter niet op korte termijn in woonwagenstandplaatsen voorzien, omdat er geen locaties beschikbaar zijn waar de benodigde voorzieningen aanwezig zijn en het bestemmingsplan woonwagens toelaat. Dit heeft tot gevolg dat er planontwikkeling nodig is die vergelijkbaar is met de ontwikkeling van nieuwe woningbouwlocaties. De doorlooptijd van dit proces bedraagt naar verwachting circa twee tot drie jaar.