Afbeelding
Foto:

HENGELO - In deel 28 van deze serie aandacht voor de historie van het Hengelose postkantoor.


Een postkantoor was onder andere bedoeld voor de briefwisseling onder ons, bijvoorbeeld wanneer tante Griet en oom Piet uit Zwolle een bezoek wilden brengen aan tante Joop in Hengelo. Er was voor het gewone volk in 1925 nog geen telefoon (of e-mail) zoals we dat nu in 2020 kennen. Er werd door tante Griet een brief of ansichtkaart naar tante Joop verzonden met de mededeling dat men met Pinksteren op bezoek kwam.
Dit postkantoor, gebouwd in 1914, stond tot zijn afbraak in 1966 aan de B.P. Hofstedestraat. Een postkantoor was in een dorp als Hengelo een sociale bijeenkomstplek, het was een komen en gaan van personen. Er werden veel zaken afgehandeld die in 2020 onherkenbaar zijn geworden. Nu wordt er veel meer gemaild dan dat er brieven worden verzonden. Op een postkantoor werden in die tijd postwissels uitgeschreven, er werden postzegels verkocht en je kon je spaargeld op een boekje laten bijschrijven. Dat laatste was interessant, want zo kon je aan het eind van het jaar ook je rente innen. De werkzaamheden op het kantoor behelsden ook het sorteren van de te verzenden brieven. Ook het telegramverkeer werd hier geregeld. Er waren de gehele dag telegrambezorgers die de handen vol hadden aan al het verkeer. Vanaf de beginjaren van het postkantoor tot aan circa 1940 was het gewoon dat er tweemaal per dag door de postbestellers post werd bezorgd.

Gepensioneerden

Ik schreef reeds dat het postkantoor een plaats was voor sociale activiteit. Zeker voor de gepensioneerde mannelijke bevolking. In die tijd bereikte niet iedereen de 65 jaar. De levensverwachting lag veel lager dan nu. Als je omstreeks 1940 de 65 had gehaald, had je het gemaakt en je pensioen verdiend. De sportschool bezoeken of op de kleinkinderen passen of vult u zelf maar verder in, niks daarvan. Was je 65 dan moest je het er van nemen. De jong-gepensioneerden namen plaats in de banken in het postkantoor, waar ze hun pijp rookten en waar het warm was. De laatste nieuwtjes werden uitgewisseld en ze gingen naar huis voor de middagpot.

De Engelbewaarder

Het post- en telegrafeerkantoor werd voor een bedrag van 46.000 gulden gebouwd. Na de afbraak in 1966 verhuisde het naar de Beatrixstraat (bouwkosten: 3,5 miljoen gulden). Graag wil ik de lezer de vergevorderde leeftijd in herinnering brengen van iemand die bij het postkantoor op de fietsen paste. Dit was de heer J.G. Streder die als bijnaam 'De Engelbewaarder' had. Streder was een Hagenaar die geen woord Twents sprak. Hij werkte als modelmaker bij Dikkers en werd in de crisistijd ontslagen. Hij vroeg toestemming om als fietsoppasser bij het postkantoor te mogen werken en vervulde zijn taak nauwgezet. Hij had onder andere stalen deksels die hij bij regen of sneeuw op de zadels legde. Mensen die hem gekend hebben kunnen geweldige verhalen vertellen. Hij wist precies waar iedere bezoeker zijn fiets geplaatst had en hield bij vertrek zijn hand op voor de bewezen diensten. De mensen gaven hem wat zij dachten dat goed was, maar soms kreeg hij te horen: "De fiets heeft goed op zichzelf gepast." Na 25 jaar als fietsbewaarder gewerkt te hebben, heeft hij op 71-jarige leeftijd zijn fiets aan de wilgen gehangen. Het grote voordeel in die tijd was dat de AOW zijn intrede had gedaan.

Dansschool

De fotograaf stond bij het maken van de foto met zijn rug gekeerd naar de Nieuwstraat, we kijken naar de Beursstraat. Links achter het postkantoor staat een blok woningen waarvan de eerste bewoond werd door de familie Bake. De heer Bake beheerde daar een dansschool. Daar kregen jonge lieden de regels van de dans aangeleerd. Het was bekend dat de heer Bake zeer gesteld was op correct kleding. Soms was het warm tijdens de dansles. Mannelijke leerlingen vroegen dan of ze hun colbert uit konden doen. Bakes reactie: "Wanneer jullie je colbert uit doen, kunnen de dames wel in hun onderjurk dansen. Mijn antwoord is neen." Ondergetekende weet dat er uit deze danslessen huwelijken zijn voortgekomen die in 2020 nog voortduren. Tot de volgende keer.

Marinus van Rooy