Afbeelding
Foto:

Water

De verkiezingen van 20 maart jl. waren, zoals u weet, niet alleen voor de provinciale staten en de Eerste kamer, maar ook voor waterschapsbesturen. De waterschappen zijn van oudsher van groot belang voor ons landje, want zonder polders en uitwateringssystemen zou de helft van Nederland onder water staan. Of niet eens bestaan. Daar zijn ze bij de waterschappen heel erg trots op, maar de burger denkt daar geen seconde over na. Enige tijd geleden leidde dit tot de gedachte het waterschap meer politiek te maken, met als gevolg dat de politieke partijen zich ermee gingen bemoeien en er waterschapsverkiezingen kwamen, nadat er afspraken waren gemaakt over de zetelverdeling. Daarbij heb je het gevoel dat de schappen op twee gedachten hinken met aan de ene kant het seksier maken van het waterschap en aan de andere kant het behouden van de positie van de agrarische sector binnen de besturen. Ik zal het wel niet goed zien, maar het idee van vlees noch vis blijft hangen.

Dit leidt namelijk tot een wirwar van partijen, belangenbehartigers en actiegroepen, die alle deelnemen aan de verkiezingen, al dan niet samen of juist niet. Vol ongeloof kijk je in het stemhokje naar het grote stembiljet, dat je in het stembureau in de handen krijgt gedrukt en je denkt dat je per ongeluk de folder van Albert Heijn hebt gekregen. In het hokje sta je daarna voor de keuze; een willekeurige kandidaat invullen, het biljet weggooien of blanco stemmen. Je kiest voor blanco, wat officieel gezien wordt als een ongeldige stem, terwijl het voor de kiezer een statement is. Anders had je het biljet wel weggegooid. Je wilt zeggen, dat je geen keuze kunt maken, maar dat je het wel de moeite waard vindt. Je stelt de vraag naar het waarom van de waterschapsverkiezingen en protesteert volgens mij ook tegen de ingewikkelde procedure met gereserveerde zetels voor boeren en stadjers.

In de krant wordt de tegenstelling stad-platteland opgeblazen tot grote proporties. In werkelijkheid is er bij waterschappen bijna altijd sprake van consensus, daar wordt gepolderd. Er zijn geen betere vergaderaars dan boeren, het moet kort en krachtig, want de koeien moeten ook nog gemolken worden. En als e'e'n bestuurslid tegen blijft, dan zal hij daar wel een reden voor hebben, maar niet nu. Volgende keer terug op de agenda en de voorzitter moet in de tussentijd hem maar even bellen. Het probleem van de waterschappen is dat er weinig spectaculairs gebeurt op het gebied van waterbeheer. Laat onverlet dat de schappen er wel voor zorgen dat we droge voeten houden. En schoon water. En kunnen ontspannen. Maar voor de rest? Om met Wiegel te spreken: "Gezegend is het land, waarvan het bestuur saai is."