Nog vaak aanrijdingen met wild
TWENTE - Het aantal aanrijdingen met wild is de afgelopen jaren toegenomen. Mensen zitten weer vaker op de weg en door de smartphone rijden mensen ook wat vaker zonder volledige aandacht. In het najaar is altijd weer een piek te zien van wild-ongevallen. Hoe moet je dan handelen, en wat kunnen we doen om dit te voorkomen?
Afgelopen jaar zat het aantal aanrijdingen met dieren rond de 7.800; een fikse stijging ten opzichte van 2014, toen dit er nog 5.800 waren. Meer kilometers op de weg zorgde ook voor meer aanrijdingen. In het najaar loopt u vooral het risico om een wild zwijn, edelhert of ree aan te rijden. Oktober, november en december zijn echte piekmaanden op dit vlak. De meeste ongevallen gebeuren tussen 17.00 en 07.00 uur. De belangrijkste tips om een aanrijding te voorkomen: matig de snelheid, gebruik goede koplampen met groot licht waar mogelijk en laat de smartphone in uw zak. Wanneer u een dier dreigt te raken is uitwijken niet verstandig; u eindigt dan in een reflex tegen een boom aan, waardoor het leed niet te overzien is. Hebt u één dier ontweken? Bedenk dan dat het vaak roedeldieren zijn, waardoor er dus vaak meerdere dieren achter elkaar de weg op kunnen rennen.
Grote impact
Ongelukken met wild hebben vaak een grote impact op de bestuurders. Bij uitwijken loopt u het risico op letsel en bij het raken van een dier zijn de gevolgen vaak groot: de auto loopt fikse schade op en de airbags kunnen in werking treden. Helaas is dit niet altijd te voorkomen.
En dan?
Wanneer u een aanrijding hebt met groot wild zoals een zwijn of edelhert is het verplicht om de politie te alarmeren. U moet dan wachten op de plek van het ongeval. Ook zal dan een faunabeheerder ingeschakeld worden om een eventueel gevlucht dier op te sporen. Wat absoluut NIET mag is het aangereden wild meenemen. Ook moet u zeker niet het bos in gaan om een gewond dier op te sporen. Dit kan namelijk zorgen dat andere dieren in paniek raken en de weg oprennen met verdere aanrijdingen als gevolg.