Hond

Vrijdagavond, zwijgzaam zitten we te kijken naar Zomerweek van Linda de Mol. Zwijgzaam, want Luna, onze hond is overleden. Maar zo'n vier jaar oud. Hij was wat sloom, wilde niet eten. Hoe gaat dat dan? Je ziet dat een beest ergens last van heeft, je belt met een dierenarts en een uurtje later doe je de achterklep van de auto open en het dier springt erin. Je gaat naar de dierenarts, die constateert een tumor in de buik, niet operabel, kwaadaardig en voor je gevoel tien minuten later, ligt de hond opnieuw in de auto, maar nu zit er geen leven meer in.

Als je dieren hebt, maak je dit mee. Enkele maanden geleden Shirley de Welsh pony en nu de hond. Ik kom van een boerderij. Daar leef je van en voor de dieren en dan weet je dat ziekte en dood altijd in de buurt zijn. Mijn vader en moeder trouwden vlak voor de oorlog. Pa begon een boerderij met volgens mij vijf koeien. De koeien kregen in het eerste jaar het uiterst besmettelijke miltvuur en moesten gedood en verbrand worden op het eigen land. De verschroeide grond zat vol ziektekiemen en de brandplek werd afgezet met prikkeldraad. Daar kwam niemand bij. Zo ontstonden miltvuurbosjes. Voor de boer een ramp. Er moest een nieuwe veestapel worden aangeschaft in een wereld die in brand stond. Tegenwoordig worden koeien ingespoten tegen miltvuur en zijn de boeren verzekerd. Vanaf mijn zestiende heb ik een hond gehad. Eerst een Duitse herder, daarna een Golden retriever en twee Berner Sennens. Carlos was mijn eerste hond; gekregen voor mijn havo-examen. De moeder van de pup zat aan een lange ketting achter een boerderij in het Friese Augustinusga. Niemand durfde het erf op te komen. We waren getrouwd toen Ana, de
Golden Retriever bij ons kwam en woonden aan de Holzikweg. Ze verhuisde mee naar de Twistveenweg, tegen de Duitse grens aan. Daar liep ze op de weg, iedereen wist dat en reed langzaam. Daarna kwam Senna, onze eerste Berner Sennen en later Luna. Luna was een prachtig dier, een forse Berner Sennen. Ze was alleen een beetje onbenullig; liep kindertjes omver. Een eigen willetje, maar zij verliet nooit het erf. Ik heb nog nooit zo'n erfvaste hond gezien.

En nu ligt ze in de auto en de hele familie is van slag. Inclusief de buren. "Zo'n jonge hond en dan zo onder de kanker. Dat kan niet." zei de buurvrouw toen ze het hoorde: "Gisteren heb ik nog met hem gesproken." De jongste dochter komt langs met schoonzoon. Oudste dochter is van slag in Mi Amar.

Een nieuwe hond? Nog maar even wachten. De dorie is dat een boerenzoon dieren gewend is en een boerderij zonder dieren voelt als een weiland zonder koeien; tegennatuurlijk.
Jan Visser