Zout

Bernard Vaneker was de laatste bewoner van de boerderij van de SGW (Salzwinnungsgesellschaft Westfalen) aan de Aamsveenweg in Enschede. Om er te komen moest je de Knalhutteweg richting Duitsland volgen, laatste afslag links voor de grens (na het tankstation) en dan eerste boerderij rechts. Tegenover het vroegere nonnenklooster. Na een halve kilometer kon je niet verder met de auto, want de weg was afgesloten dooreen paal aan een ketting met hangslot over de oprit. Je moest dan nog een paar honderd meter lopen, voordat je bij de boerderij kwam. Nu hadden we een kennis, die wel eens bij Bernard kwam en er werd een bezoekje gearrangeerd. "Net iets voor jullie. Jullie houden toch zoveel van die oude troep?" Het was veel erger dan verwacht, maar ook veel mooier, veel authentieker dan verwacht, want er was nauwelijks verbouwd. Het huis was van de Duitse zoutfabriek, die over de grens zout wilde winnen. Ik moet eigenlijk zeggen om onder de grens door zout te winnen, want dat was de bedoeling, meende ik; boren vanuit Duitsland. Het was het mooiste plekje van heel Enschede met petgaten en gigantisch veel muggen. Het leek wel een dierentuin met tientallen reeën in de voor- en achtertuin; er kwam geen boerenkoolblaadje de winter door.
Bernard zat altijd bij de houtkachel in de keuken. Daar ontving hij ook zijn patiënten. Bernard was "strieker", in het Hollands "magnetiseur". Tijdens een winterdag had Bernard de kachel goed opgestookt. Zijn patiënt had zijn voeten op de kachel gelegd. "Bernard, het helpt. Ik voel de warmte in mien feuten.", aldus de man, terwijl de rook van zijn geschroeide sokken omhoog kringelde. Naast Bernards stoel stond een dubbelloops jachtgeweer, niet alleen bedoeld tegen ongewenst mensenbezoek, maar ook tegen de ratten. Die liepen tussen het plafond en de zolder. Als het lawaai te veel werd schoot Bernard door het plafond. Wij waren behoorlijk onder de indruk van Bernard en de boerderij en ik belde de volgende dag met de directeur van de Duitse zoutfabriek. Hij was allervriendelijkst en hield alle opties open, inclusief mogelijke verkoop. Kort daarna overleed Bernard. Een week na de begrafenis was de boerderij al met de grond gelijk gemaakt. Alleen de bakspieker is bewaard gebleven en verhuisde naar het Van Heekpark. Het bijzondere van dit bakschuurtje is de fundering, die bestaat uit twee grensstenen. Weten we meteen hoe de boeren over de grenzen dachten.

Rondom de boerderij is het drassig. Ik denk dat er een hoop rotzooi in de moeraspoelen is verdwenen. Daar staat tegenover dat zoutfabrieken verstand hebben van bodemsaneringen. Wanneer worden Akzo en de Salzwinnungsgesellschaft nou eindelijk eens aangepakt? Ze hebben lak aan cultureel erfgoed en opereren geheel buiten iedereen om. De wethouder zegde een informatiebijeenkomst toe. Dat heeft hij na vier jaar geleerd. Je begint met verontwaardiging, daarna de ontkenning en dan de toezegging van een informatiebijeenkomst. Zijn we een half jaar verder. Is er al lang iets ergers gebeurd.

Jan Visser