Open(baar)

Eén van de overblijfselen van de jaren zestig is de Wet Openbaarheid van Bestuur. Soms weet je dat de burger en de overheid ergens niet uitkomen en dikwijls gaat dat over het al dan niet openbaar zijn van stukken. In 1990 werd de Wet Openbaarheid van Bestuur aangenomen. Deze wet heeft meer effect gehad buiten dan binnen de rechtszaal, want na een gewenningsperiode was dreigen met een WOB-procedure vaak voldoende om informatie boven tafel te krijgen. Bekend is het WOB-verzoek over stukken rond de kabinetsformatie, dat glansrijk door de NRC werd gewonnen en sindsdien is publicatie van deze stukken gemeengoed geworden. Declaraties van bestuurders zijn ook zo'n regelmatig terugkerend onderwerp voor een WOB-verzoek; bestuurders die hun broodje kroket voor onderweg declareren. De redenering van het rijk was bij de invoering heel simpel: "De overheid is in dienst van de burger, die heeft daarom recht om kennis te nemen van alles." Alles en altijd? Ja, behalve bij gevaar voor koninklijke familie en de staat en bij privacygegevens en bedrijfsgeheimen. Grofweg en kort om de bocht: "Alles is openbaar behalve bij privacygevaar en echte bedrijfsgeheimen." Die uitzondering voor de koninklijke familie en staatsveiligheid zijn zo vanzelfsprekend. Informatie is macht. Als je informatie deelt met een ander, geef je een machtsmiddel uit handen en daar hebben machthebbers een hekel aan. Over informatieverstrekking kan je zo moeilijk doen als je wilt. Mijn voorkeur en die van de wetgever is het zo simpel mogelijk te houden. In de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) wordt het heel simpel gehouden: alle informatie is openbaar. Als er een probleem is met de openbaarmaking, wordt geprobeerd of op een andere manier de informatie wel gegeven kan worden. Bijvoorbeeld door gedeelten van de tekst zwart of wit te maken, of telefonisch of mondeling. Er zijn echter wel een paar probleempjes met de WOB. Allereerst de termijnen. De overheid kan door zich formeel op te stellen en de termijnen volledig te gebruiken en te verlengen, een procedure enorm vertragen en een beslissing uit de weg gaan. Jan met de pet is daar de dupe van; de overheid heeft zelf zat juristen, de particulier of ondernemer meestal niet. Een ander probleem is dat een WOB-verzoek een beetje houvast moet geven bij de selectie van gevraagde informatie. Een WOB-verzoek "alles over Roombeek" bijvoorbeeld is gedoemd te mislukken. Maar "alles over de hamer van de voorzitter van de raad of over zijn ambtsketen" lijkt meer kans van slagen te hebben. Even een misverstandje wegwerken; een WOB-verzoek geldt niet alleen voor passieve informatieverstrekking, ook actieve informatieverstrekking valt eronder. De overheid dient ook uit eigen beweging belangrijke informatie te verstrekken. Probleem: wie bepaalt dat? Er wordt gezegd: "Rechters kunnen openbaarheid vaststellen, maar openheid creëren kunnen ze niet." Het gaat niet om de wetsregeltjes, het gaat om de mentaliteit. Eigenlijk zou de WOB overbodig moeten zijn. Wat ook gezegd wordt: "Het kopieerapparaat heeft meer bijgedragen aan de openbaarheid van bestuur, dan de WOB." De WOB dient als een stok, die gemeenten soms nodig hebben. Uitwerken in gemeentelijke verordeningen heeft geen zin; de wet gaat boven de gemeentelijke verordening. -Jan Visser