Afbeelding
Foto: Steef Alblas

Probleem dyslexie zit diep

(vervolg van pagina 1)

Dyslexie Centrum Twente, dat de beschikking heeft over een team gediplomeerde orthopedagogen, onderhoudt volgens manager Mathilde Heinen nauwe banden met scholen uit de regio. 'Bij het terugdringen van lees-, schrijf- en rekenproblemen is het essentieel dat het onderwijs goed is. Mijn ervaring is dat de leerkrachten van nu de benodigde capaciteiten hebben. Ik ben zelf lerares Duits geweest. In mijn onderwijzerstijd werd over dyslexie helemaal niet gesproken. Nu wel.' Uitsluitend leerlingen met zware dyslexie en zware dyscalculie (wat staat voor hardnekkige rekenproblemen) worden naar behandellocaties gestuurd.

'Leraren meten de vaardigheden van leerlingen, onder andere met behulp van toetsen. Degenen die herhaaldelijk laag scoren worden aangemeld voor onderzoek en komen mogelijk voor behandeling in aanmerking. Daarvoor moeten ze voldoen aan een flink aantal voorwaarden. Eén van die voorwaarden is dat ze op school extra hulp hebben gehad.'

Het traceren en behandelen van dyscalculie is moeilijker dan het aanpakken van dyslexie, betoogt Heinen. 'We hebben een behandelmethode ontwikkeld tegen dyslexie waar een goede opbouw in zit, met verschillende modules, die voor veel kinderen toepasbaar is. Het vaststellen van rekenproblemen duurt lang en vergt veel onderzoek. Daar komt bij dat de ideale behandeling tegen dyscalculie van kind tot kind verschilt. Dat maakt het complex.'

De door de gemeente vergoede behandelingen tegen dyslexie duren anderhalf jaar. Heinen noemt de zorg op dit gebied in Nederland 'heel goed'. 'Uniek zelfs, in Europa.' In weerwil van alle initiatieven en inspanningen roepen onderwijsbestuurders dat nog steeds een alarmerend hoog aantal kinderen in dit land ernstige lees- en schrijfproblemen heeft, naar schatting bijna vier procent van het totaal aantal basisschoolleerlingen.

Heinen: 'Het is moeilijk te achterhalen wat het precieze effect is van de behandelingen die wij geven. De eerste kinderen die in 2009 bij ons kwamen waren op dat moment zeven jaar. Ze zijn nu veertien. We weten niet of ze in het voortgezet onderwijs hun taalproblemen volledig hebben overwonnen. Wel weten we dat ze blijvend baat hebben gehad bij de extra oefeningen in lezen en spellen. Als je die lijn doortrekt krijg je op den duur minder laaggeletterdheid in Nederland. Het is een kwestie van blijven voorlichten en volhouden.' Zie www.dctwente.nl voor meer informatie.